De Regionale Commissie van Toezicht Utrecht

De Commissie van Toezicht Utrecht (CvTU) werkte tot 1956 op basis van het reglement uit 1933.

In 1952 werd er in de Utrechtse Commissie gesproken over structurele veranderingen. Na de van kracht wording van de landelijke overeenkomst tussen het Centraal Overleg van Ziekenfondsorganisaties (COZ) en de Landelijke Huisartsen Vereniging in 1956 moest de CvTU worden omgevormd tot de Regionale Commissie van Toezicht Utrecht. Deze RCvTU werd geen succes omdat een aantal betrokkenen het systeem te centralistisch vond. De Utrechtse ziekenfondsen en de medewerkers vonden dat ze al te veel zelfstandigheid hadden moeten inleveren.

Het COZ trok zich weinig aan van het particularisme van de Utrechtse CvT.

De Regionale Commissie van Toezicht Utrecht was een samenwerkingsorgaan, waarvan het bestuur paritair was samengesteld uit ziekenfondsbestuursleden, artsen, specialisten, tandartsen en apothekers.

De RCvTU werd in 1972 opgeheven en werd vervangen door de Contactcommissie Ziekenfondsen-Medewerkers. Door de groeiende overheidsbemoeienis en -regelgeving hadden de partijen meer behoefte aan overleg over de praktijkvoering en de uitvoering van de Ziekenfondswet.

De Contactcommissie Ziekenfondsen-Medewerkers werd in 1981 vervangen door de Contactcommissie RZMN-medewerkers.

De ziekenfondsen Liduina, VHZ en Ziekenzorg en de Utrechtse zorgverleners zetten in 1956 de Utrechtse CvT voort in een stichting die naast de RCvTU zou functioneren. De opheffing van het Controle-Bureau en van de gezamenlijke regelingen voor de honorariumverrekeningen, verwijzingen en verwerking van statistische informatie die het gevolg was van de oprichting van de RCvT, was voor hen een ramp. Hun administraties waren daar niet op ingesteld. De ziekenfondsen waren in dat opzicht al veel langer gewend delen van hun zelfstandigheid aan hogere organen over te dragen.

Naar voorbeeld van Haarlem, Den Haag en Rotterdam werd in 1957 de Stichting Samenwerkende Ziekenfondsen Utrecht (SSZU) opgericht. Deze was, in tegenstelling tot de oude Commissie van Toezicht, een ziekenfondsorganisatie. Het bestuur bestond uitsluitend uit vertegenwoordigers van de ziekenfondsen.

De ziekenfondsen lieten de uitvoering van de AWBZ (1969) zoveel mogelijk aan de SSZU over.
In 1974 besloot een aantal fondsen in de regio Utrecht tot samenwerking in het Centrum Voor Informatieverwerking (CVI). Deze groep moest de automatisering van de ziekenfondsadministraties voorbereiden.

VHZ en Liduina vormden in 1981 het Regionaal Ziekenfonds Midden-Nederland (RZMN). RZMN nam de taken van de SSZU over. In 1982 sloot Ziekenzorg zich bij RZMN aan.

RZMN voerde de Ziekenfondswet en de AWBZ uit en werd verbindingskantoor voor het kruiswerk in de regio Utrecht.

RZMN en Amersfoort & omstreken fuseerden in 1992 en heetten sinds 1995 Anova.