Bronnen ziekenfondsen tot 1913

Ziekenfondsen zorgden voor de vergoeding van uitgaven voor geneeskundige behandeling.

Uit het onderzoek naar de ziektekostenvoorzieningen in Nederland bleek dat er verschillende typen ziekenfondsen te onderscheiden waren. Onderstaande weblinks verwijzen naar pagina's met informatie over bronnen die de ontwikkeling van het ziekenfondswezen in de periode tot aan de totstandkoming van de Ziektewet 1913 schetsen.

Enquête door Binnenlandse Zaken naar de voorzorgskassen uit 1812

Onderzoek departement Binnenlandse Zaken naar zieken- en begrafenisbussen uit 1827 (pdf)

Rapport van de Plaatselijke Kommissie van Geneeskundig Toevoorzigt, (Amsterdam 1842)

Is een hervorming der ziekenbussen noodzakelijk en uitvoerbaar?, (Amsterdam 1846)

Gezondheidszorg tot 1870, onder andere medische armenzorg

Voorstel uit 1870 van de Inspecteurs van het Geneeskundig Staatstoezicht dat de volgende punten bevat:

In 1873 waren bij de regering 372 kassen bekend met 558.814 aangeslotenen en een inkomen aan contributies van 1.844.060,30 gulden en een halve cent. C.W.A. van Uden, 'Het ziekenfonds. Van niets tot iets in bestuur en wetgeving', Ziekenfondsvragen, (1957/58), p. 93, noot 5

Anno 1879 riepen de bestuurders van het ziekenfonds Werkmans Voorzorg Harlingen arbeiders op zelf kapitaal te vergaren.

'Rapport over den toestand der ziekenfondsen in Nederland.' Uitgebracht in de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst (NMG) te Utrecht, op Maandag 7 juli 1890

Het rapport Van Leijden waarin een overzicht is opgenomen van de bestaande voorzieningen die de vergoeding voor ziektekosten regelden (1892)

Verslag van de Eerste Afdeeling der Staats-Commissie van Arbeids-Enquête aangaande "de verzekering of andere voorzorgen bij ongevallen, ziekte, overlijden of ouderdom van werklieden, voor zoover die maatregelen niet in verband staan met eenige bepaalde inrichting van Nijverheid." (Fondsen-Enquête), (Den Haag 1893).

Centrale Commissie voor de Statistiek, Bijdragen tot de Statistiek van Nederland, I Statistiek der arbeidersvereenigingen, (Den Haag 1894), waarin ook ziekenfondsen

Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, De ziekenfondsen in Nederland, (Amsterdam 1895)

Verslag van de commissie belast met het onderzoek naar de wijze waarop in Nederland van overheidswege voor geneeskundige hulp aan behoeftigen wordt en behoort te worden gezorgd. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1898, Deel I, pp. 742-745.
Lid van de commissie waren H.P. Kapteyn, G.W. Bruinsma en M.W. Pijnappel.
De geneeskundigen kregen een vragenlijst voorgelegd met vragen over de verzorging van behoeftigen in de gemeenten. Over 450 van de 1123 gemeenten werden inlichtingen ontvangen. De commissie beloofde op een later tijdstip verslag te doen van de bevindingen van haar onderzoek.

'Rapport der commissie benoemd om een onderzoek in te stellen naar de inrichting van ziekenfondsen en vast te stellen, aan welke eischen een ziekenfonds behoort te voldoen', Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 1900, pp. 457-465. Het rapport telde zeven typen fondsen.

Rapport over de ziekenfondsen te Amsterdam. Uitgebracht door de Ziekenfondscommissie, ingesteld bij Besluit van 25 October 1897 door de Afdeeling Amsterdam van de "NMG", (Amsterdam 1900)

Bestuursleden J.W. Deknatel en A. Sikkel van de NMG achtten in 1901 de oprichting van een Rijksziekenfonds voor het hele land mogelijk. De bestaande ziekenfondsen waren volgens de NMG ongeschikt voor de uitvoering van de net door het parlement aangenomen Ongevallenwet. Met het oog op de gebreken van de bestaande fondsen zou de overheid er vast toe moeten overgaan zelf ziekenfondsen op te richten. Nu was het geschikte moment voor een proef. Artsen in dienst van rijksziekenfondsen waren ambtenaren en dat botste niet met de vrije artsenkeuze.

Vereniging van Nederlandse Werkgevers (VNW), H. Smissaert, Voorzieningen bij ziekte van werklieden in 96 ondernemingen, (Den Haag 1902). Resultaten van een onderzoek in verband met de voorstellen voor een Ziektewet van minister A. Kuyper.

Minister A. Kuyper gaf in verband met het ontwerp van zijn Ziektewet zijn ambtenaren de opdracht onderzoek te doen naar de 2550 bestaande fondsen voor ziekengeld, ziektekosten en begrafenisgeld die er in 1908 waren.

Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, Rapport omtrent den toestand der ziekenfondsen in Nederland (2 dln.; Amsterdam 1901-1907), Rapport Schreve

 

Bronnen betreffende ziektekostenverzekeringen uit de periode: